Wat verschijnen er veel interessante artikelen die te maken hebben met de betekeniseconomie. Gelukkig leef ik in dit opzicht niet vanuit het verlangen om alles te lezen en de angst om iets te missen. Dat zou ongetwijfeld een prima recept zijn voor totale overspannenheid en onvermijdelijk leiden tot mijn complete disfunctioneren. Zeker als je bedenkt dat elk artikel wat ik lees een stroom aan associaties, gedachten, overwegingen, vragen en andere hersenspinsel in gang zet die me vaak uren bezighoudt. Dat is de reden dat ik soms bewust niet aan een nieuw artikel begin: ik weet zeker dat ik dan een paar uur zoet ben met iets anders dan ik me voorgenomen had te doen of dat simpelweg dient te gebeuren. Herken je dat? Datgene wat er wel doorheen komt en wat ik interessant genoeg vind, deel ik graag met je. Ik gun jou namelijk ook je onrust.

Herman Wijffels over ons economisch systeem

Allereerst was Herman Wijffels op de radio bij StandpuntNL om te spreken over de stelling: Ons economisch systeem van korte-termijn belangen en snelle winsten loopt op zijn laatste benen. Niet per se wereldschokkend en verrassend maar Wijffels weet het helder te verwoorden: “De nadruk van ons huidige economische systeem ligt zoveel op het vormen van financieel kapitaal dat mensen en ook de aarde daarin te kort komen.”

De bevrijde martkeconomie

Kees Klomp wees mij op dit artikel op de website van FastCompany.com en koppelde dit aan het boek The Wellbeing Society van Hans Van Willenswaard. Hij introduceert het begrip de bevrijde martkeconomie. Zie voor mijn reactie de facbookpagina van Kees Klomp.

Hoe leg ik jou uit dat je moet geven om andere mensen

The Huffington Post publiceerde dit korte artikel van Kayla Chadwick. Zij verzucht daarin dat ze het voeren van gesprekken met politieke andersdenkenden moe is omdat ze ‘niet weet hoe ze hen moet uitleggen waarom ze zouden moeten geven om andere mensen’. Dit verhaal vind ik een mooie illustratie van de onmacht die je ervaart wanneer je een gesprek voert met iemand die de wereld benadert vanuit wezenlijke andere uitgangspunten over hoe we met elkaar omgaan en wat voor samenleving we nastreven. Het is alsof je een andere taal spreekt. Tegelijkertijd is het goed om deze wezenlijke verschillen te benoemen voor wat ze zijn: andere ethische uitgangspunten.

De kunst is vervolgens om de ander uit te dagen om zijn of haar eigen ethische uitgangspunten tegen het licht te houden zonder deze te veroordelen. Dat is bepaald niet gemakkelijk, omdat we allemaal overtuigingsmachines zijn: we willen dat anderen onze ideeën en onze ethiek overnemen. Het ironische is dat overtuigingen niet veranderen in een discussie met de ander, terwijl dat de gespreksvorm is die we met afstand het meest hanteren. Dat werkt dus niet. Tegenstellingen worden alleen maar groter en vaster. Overtuigingen kunnen wel veranderen in een dialoog met de ander. Dan voer je het gesprek met de ander vanuit oprechte interesse in wat die ander beweegt en niet vanuit de wens om die ander te overtuigen. Je bestookt de ander niet met je eigen opvatting, maar stelt vragen over diens opvattingen. Waar komen ze vandaan en waarop zijn ze gebaseerd? Welke uitgangspunten en vooraannames zitten erachter verscholen? Het is de moeite waard om te proberen.